Wat zijn mogelijke onderzoeken?
Het eerste onderzoek bij problemen in de borst zal altijd een klinisch onderzoek zijn. Dus, de huisarts gaat na de bevraging kijken naar de borst, voelen aan de borst, voelen aan de oksel en de andere klierstreken en dat onderzoek vergelijken tussen de borst waar de klachten zijn en de andere borst.
Vervolgens gaat er gekeken worden of er ooit al problemen in de borst geweest zijn. Als er dan verder onderzoek nodig is, wordt meestal beeldvorming van de borst voorgeschreven.
Afhankelijk van wat juist het probleem is, en de leeftijd van de patient bij aanmelding, gaat er soms een echografie van de borst gemaakt worden, soms een mammografie. Dat zijn onderzoeken waarbij men de borst zo goed mogelijk in beeld gaat brengen.
Als blijkt dat er een afwijking is bij één van die onderzoeken kan er soms aanvullend een biopsie nodig zijn, waarbij men een klein stukje van het weefsel wegneemt, om meer zicht te hebben op wat juist de afwijking is. Soms zijn er naast die mammografie en echografie ook nog andere beeldvormingsonderzoeken nodig om het probleem beter in kaart te stellen, zoals bijvoorbeeld een magnetische resonantie scan.
Wanneer moet je een mammografie laten doen?
Het nut van een mammografie is zeer sterk afhankelijk van wat je risico op borstkanker is.
Het is zo dat, voor mensen zonder een familiale of erfelijke belasting, mammografie maar bewezen nuttig is vanaf de leeftijd van 50 jaar. Daarom dat ook dat de bevolkingsscreening enkel vrouwen uitnodigt vanaf 50 jaar.
Voor een aantal personen kan er ook op jongere leeftijd al een hoger risico zijn op borstkanker, wat meestal gedreven wordt door een familiale of een erfelijke belasting.
In dat geval is er veel vroeger nood aan routinematig borstonderzoek. Dus, het al dan niet uitvoeren van een mammografie is niet hetzelfde voor iemand met een sterke familiale belasting als voor iemand bij wie er nooit borstkanker in de familie is voorgekomen.
Het is belangrijk dat er altijd individueel gekeken wordt wat het risico is en wat de beste opvolging is, in functie van verschillende factoren waarmee rekening gehouden wordt, om het risico zo goed mogelijk in te schatten.
Wat te doen als je op resultaten wacht?
Wachten op de resultaten is zeker en vast iets vervelends, dus artsen moeten veel aandacht hebben om die wachtperiode zo draaglijk mogelijk te maken.
Wat belangrijk is en kan helpen is, dat het voor de patiënt vanaf het begin heel duidelijk is wanneer resultaten van de onderzoeken verwacht kunnen worden en ook dat de patiënt op de hoogte is dat het soms nodig zou kunnen zijn, afhankelijk van die resultaten, nog aanvullende onderzoeken te vragen.
Wat eveneens belangrijk is, is een nauw contact met het zorgverlenend team, zodat, als er in die wachtperiode vragen of twijfels zouden opduiken, men die adequaat kan beantwoorden en dat een patiënt niet op een antwoord op die vragen of twijfels moet wachten. Ook contact met naasten of de huisarts kan het wachten verzachten.
Paniek is iets wat zeker kan voorkomen bij nieuwe problemen, maar toch moet men benadrukken dat dit niet nodig is. Het is zo, dat de meerderheid van problemen in de borst, als deze verder onderzocht worden, een goedaardige oorzaak hebben. Voor mensen waar helaas toch een kwaadaardige ziekte vastgesteld wordt, is voor borstkanker in principe een goede prognose te verwachten. Dit is een goede uitkomst van de ziekte, mits correcte behandeling.
Dus we zien regelmatig paniek, maar de boodschap is dat het vaak een overreactie is die men zeker kan begrijpen. Paniek is niet altijd nodig.
Om paniek zo goed mogelijk te vermijden is het belangrijk dat mensen open zijn omtrent hun angsten en bezorgdheden en niet met die vragen en twijfels blijven zitten.