Onderzoek en behandelingen

De huisarts controleert je teelballen, net zoals je dat zelf hebt gedaan, en verwijst je zo nodig door naar een uroloog. Die onderzoekt op zijn beurt je teelballen en maakt een echografie. Zo kan hij een beter beeld krijgen van de aard en de omvang van de afwijking. Er wordt ook bloed geprikt om te laten analyseren op de aanwezigheid van specifieke tumormarkers, dat zijn stoffen die kunnen wijzen op teelbalkanker als ze in abnormaal hoge hoeveelheden in het bloed worden gevonden. Ten slotte wordt er een CT-scan gemaakt van de buik en de borstkas om na te gaan of er uitzaaiingen zijn. Deze onderzoeken en medische testen zijn allemaal vrij eenvoudig en kunnen op heel korte termijn worden uitgevoerd. Je weet dus snel waar je aan toe bent. Dat is niet alleen belangrijk omdat teelbalkanker zich snel ontwikkelt, maar ook omdat de periode van ongerustheid dan zo kort mogelijk wordt gehouden.

Meestal kan de uroloog op de echo al zien of het om een kwaadaardige tumor gaat. Zo ja, dan wordt die binnen één à twee weken verwijderd. Als de kanker wordt ontdekt in een vroeg stadium, is dat de enige behandeling: een relatief kleine operatie in de dagkliniek. Zijn er uitzaaiingen dan is een vervolgbehandeling nodig – chemotherapie, radiotherapie en/of andere therapieën die veel meer tijd kosten en zware bijwerkingen kunnen hebben. Nog een reden om er vroeg bij te zijn: hoe langer je wacht, hoe zwaarder de behandeling en des te langer de revalidatie.